Dyslexie is een subtiele maar hardnekkige stoornis waarbij men moeite heeft met lezen, schrijven en spellen. Het is aangeboren en staat los van de intelligentie. Het is een beperking die de schoolprestaties en daarmee het plezier in het leren en naar school gaan behoorlijk in de weg kan zitten. Bij kinderen en jongeren met dyslexie is vaak onnodig sprake van onderprestatie, waardoor ze gefrustreerd raken en boos worden. Ze voelen zich dom en minderwaardig. Tijdige onderkenning en behandeling kan veel leed bij het kind en de ouders voorkomen.
Wanneer bekend is dat een kind of jongere dyslexie heeft, kan hier rekening mee gehouden worden, bijvoorbeeld door school. Daarnaast kan het behandelen van dyslexie de leesvaardigheid verbeteren, de beperking tot een acceptabel niveau doen verminderen en het kind ermee leren omgaan.
Als een kind lees- en spellingsproblemen heeft, hoeft er nog geen sprake te zijn van dyslexie. Het kind heeft dan wel extra begeleiding op school nodig. Er is sprake van dyslexie wanneer een kind voldoet aan twee criteria (opgesteld door Stichting Dyslexie Nederland, SDN, 2008):
- Achterstand: het niveau van lezen en/of spelling ligt significant onder hetgeen van het kind, gegeven zijn of haar leeftijd en omstandigheden, verwacht mag worden.
- Hardnekkigheid: de lees- en/of spellingproblemen zijn hardnekkig. De problemen met lezen en/of spellen op woordniveau blijven bestaan, ondanks adequate remediërende instructie en begeleiding. De handelingsplannen waarin dit staat beschreven, bevinden zich in het leerlingdossier.
Als een kind aan de bovenstaande criteria voldoet, kan er sprake zijn dyslexie. Er zijn grofweg twee soorten dyslexie: Ernstig Enkelvoudige Dyslexie (EED) en Niet Ernstige Enkelvoudige Dyslexie.